Verwonderingsvragen

"Door te filosoferen met kinderen, kun je de pure verwondering bij kinderen zien", wordt vaak gezegd. En dat is ook zo. Die pure verwondering die inderdaad nog zo puur is bij kinderen, en die bij oudere mensen soms zo ver te zoeken is, omdat ze hebben afgeleerd zichzelf vragen te stellen. Ze nemen genoegen met een antwoord. Dat mag natuurlijk. Maar verwondering is, in onze ogen, prachtig en waardevol. Volgens Plato "begint elke wijsbegeerte met verwondering". En door verwondering blijf je het wonder van het leven zien, je doet het niet blasé af als "whatever, het zal wel", maar je realiseert dat de wereld, zoals we die met onze taal proberen te vatten, nog niet zo een-twee-drie te vatten is. Er zijn mysterieeën waar de beste wetenschappers geen raad mee weten. En we zijn gevangen in het denkkader van de taal, die hier en daar toch echt te simplistisch blijkt, om recht te doen aan de vele perspectieven die er mogelijk zijn.
Verwondering over iets maakt je stil. Je twijfelt, je ziet iets alsof je het voor het eerst ziet, je vervreemd je ervan, je realiseert dat iets bijzonder of "eigenlijk heel gek" is.

Niet in elke les kom je grote verwondering tegen, bij de kinderen of bij jezelf. Soms blijft het hangen bij een discussie of gesprek, interessant, filosofisch, en een beetje verwondering hier en daar. Maar als je geluk hebt, dan is de verwondering rijk vertegenwoordigd. Als je het goed doet, is de verwondering groot, zou ik willen stellen. In de training Filosoferen met Kinderen en Jongeren (2 en 9 nov '14), werd gevraagd welke vragen er nu eigenlijk geschikt zijn om deze verwondering zo direct mogelijk op te roepen. Ik heb in de vijf à zes jaar ervaring bij WonderWhy gemerkt dat in ieder geval deze, voornamelijk existentiële vragen, heel direct bij kinderen aan kunnen komen.
Hierbij een aantal:

  • "Wat is er aan het einde van het heelal? Stel je gaat met een raket heeeeeeeeeeeeeeeel erg ver de ruimte in. Helemaal tot aan het einde. Wat is daar? Of is er geen einde, en gaat het eeeeeuwig door? Kan dat?"
  • Waar was je voor je geboorte?
    Of beter: voor je bevruchting. "Voordat je in de buik van je moeder kwam, waren er een zaadje van je vader en een eitje van je moeder, die samen zijn gekomen. Dat weten jullie. Daaruit ben je dus gegroeid. Maar.....waar was je daarvoor eigenlijk?"
  • "Zou het kunnen dat er ergens op de wereld iemand rondloopt die PRECIES zo is als jij?"
  • "Stel je voor dat je ergens anders was geboren, bij andere ouders, in een gezin aan de andere kant van de wereld, met een ander geloof en een andere cultuur. Was je dan dezelfde geweest?"
  • "Bestaat het 'niets'?"
  • "Wat was er eerder, de kip of het ei?"
  • "Ben jij je hersenen?" of "Wat ben jij? Je lichaam? Maar als je nou per ongeluk een been verliest, ben jij dan iemand anders? Of als je een donor-hart krijgt? Wat in je lichaam ben 'jij' dan?"
  • "Ziet iedereen de wereld precies op dezelfde manier? Hoe kun je dat zeker weten?"
  • "Kan het zijn dat dit hier allemaal een droom is?"


...... veel plezier!
Sabine.